Vele vogels in de Argonne zijn trekvogels. Sommige vogelliefhebbers leggen grote afstanden af om te genieten van vogels in een andere biotoop.

Vogeltrek blijft een mysterie. Elk jaar maken miljoenen vogels de trektocht en keren in het voorjaar terug naar hun geboortenest. De wielewaal, een iconische en exotische verschijning in onze tuin, vliegt in de herfst naar de tropische wouden van het Congobekken en komt in april-mei terug.

In het boek Les Oiseaux du Zaïre (auteurs Leon Lippens en Henri Wille) (1976, Lannoo) beeldt fotograaf Hubert Lehaen koereigers af op een vlakte in het Virunga Nationaal Park. De plaats met runderen en koereigers doet denken aan sommige warme dagen in de weilanden nabij de Belval. Henri Wille, die in Afrika had gewoond, koos er op hoge leeftijd voor om zich te vestigen in de Argonne, met name in Épense. Hij nam ons soms mee naar de rand van de Marnevlakte om de griel te spotten, een vogel die in Europa uiterst zeldzaam is geworden. De wijdse uitzichten van de champagne crayeuse gaven hem een beetje het Afrika-gevoel. Pionnier Henri Wille is ook degene die de Wielewaal-jongeren op het spoor van de Argonne bracht.

De foto hieronder is uit het boek van Maurice Lippens, Henri Wille en Hubert Lehaen. Ook de vrouw van Wille, Marie-José Van de Velde, droeg bij aan de expeditie, 1  jaar lang doorheen Zaïre ‘onder bescherming van Mobutu’. De foto eronder is van Philippe Gille, waar precies?

Over de migratieroutes van de vogels is in de laatste jaren veel kennis verworven.